Poterbewaarplaatsen

UUT DE OOLDE DEUZE ( 355) deur Jan Oosterhof
POTERBEWAARPLAATSEN

In mei 2016 had ik een verhaal in “uut de oolde deuze” van de heer Herrema, die onderzoek deed naar poterbewaarplaatsen in Friesland.
In Makkinga was vergunning verleend om in 1942 twee van die bewaarplaatsen van aardappelen op te bouwen. Daarvoor was opgericht de “Stichting Poterbewaarplaatsen”. Ir. Witteveen, toenmalig landbouwconsulent in Drachten speelde daarbij een grote rol. Naast Makkinga kwamen er bewaarplaatsen in De Blesse, Boyl, Donkerbroek en Oosterwolde.

Inmiddels heeft Herrema, die ook vrijwilliger is bij het Frysk Lânboumuseum in Earnewâld een boek uitgegeven.
Hieruit haalde ik de volgende gegevens: Ir. Witteveen en architect Velding deden de aanvraag voor een bouwvergunning voor één poterbewaarplaats te Oosterwolde, twee in Makkinga en één in Donkerbroek. De uitvoering van dit werk is opgedragen aan Gebroeders K. en W. Ebbes, aannemers te Oosterwolde en zij verklaren dat de aanvang der werkzaamheden zal beginnen “zoodra de weersgesteldheid zulks toelaat”.
In Makkinga zijn beide bewaarplaatsen gebouwd op het terrein van de CAV en zijn inmiddels ook weer gesloopt.
Jan Punter uit de Veneburen was gebruiker van de ene loods. Punter vertelde me: er waren twee gebouwen, ongeveer 6 meter breed en 12 meter lang. Op iedere zijgevel zat een dubbele deur. De wanden waren uitgevoerd in dubbel draadglas, dat veel licht doorliet en ook om te isoleren. Op de zolder lag roggestro om bevriezing van de aardappelen te voorkomen.
Deze gebouwen zijn in 1942 geplaatst in opdracht van de Rijks Voorlichting Dienst, het beheer werd uitgevoerd door de CAV.
De pootaardappelen werden in houten kiembakken gestort, de inhoud was 12,5 kg. Hierna werden de bakken in een rij 12 stuks hoog gestapeld. De beheerder moest zorgen dat de temperatuur in het poterhok niet te laag werd door deuren te sluiten of winters een kachel erbij.
Hoeveel inbrengers van aardappelen er waren is niet meer bekend, maar dat zal ongeveer van 20 boeren zijn geweest, volgens Punter. De kleine boeren beurden daarvoor subsidie. Door veranderde economische omstandigheden en omschakeling naar melkveebedrijven en door de ruilverkaveling verdwenen de kleine boeren.

Personen die betrokken waren bij het beheer waren Hendrik Bos, Ingbert Bos, Jan Boek, Roelof Bosma en P. Bos. In 1967 is de CAV overgenomen door de CLM uit Meppel (nu Agrifirm) met inbegrip van de bewaarplaatsen van pootaardappelen.
Er waren toen nog 2 gebruikers: Jan Punter en gebroeders Graafstra uit Elsloo. Zij hadden ieder nog een loods in gebruik. In 1980 zijn de loodsen gesloopt.

Van Jan Witteveen uit Sneek, zoon van Lolke van de Balkweg, kreeg ik een mailtje. Hij kon zich nog goed herinneren dat langs de boswal tegen de dokters tuin de bewaarplaats stond. Als kinderen speelden wij dan daar en er lagen strobalen. Waarschijnlijk is hier in de oorlog een onderduikershol geweest. “Toen wij daar speelden kwamen er twee bekende personen uit Makkinga onder het stro vandaan. Eén van hen was Heine Nijholt en de andere de plaatselijke huisarts” ( de Vries) volgens Witteveen.

Is er nog iemand die weet of daar een onderduikershol was?
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Telefoon: 441762.