De grote Braand van Makkinge 1886
Ate Mulder het een stokkien tekst uuttypt over de grote braand in Makkinge van 1886. Jow kun et ok as pdf downloaden, klik hiere 
brand 1886.pdf23.48 KB
Ok het Jan Oosterhof vervolgens dat bericht uut de Asser Courant opneumen in de Oolde Deuze nr. 253, kiek hiere daorveur Oolde Deuze nr. 253
B r a n d 1 7 m e i 1886.
Betrekkelijk den brand te Makkinga in den namiddag van eergisteren bevat de Asser Ct. de volgende bijzonderheden:
De brand ontstond in de achterhuizinge van T. Hellinga, bakker en logementhouder. Een omvangrijke vuurkolom werd de lucht opgevoerd en door den noordenwind aangewakkerd deelde het vuur zich in de tijd van een ogenblik aan een der belendende gebouwen, bewoond door W. Landmeter, mede. En voordat er eenig volk eenige red- en bluschmiddellen voorhanden waren, om het woedende element in zijn verdere vaart te stuiten, hadden zich niet alleen de vlammen verspreid over het daarop volgend pand van D. Gorter, doch ook over de belendende boerenbehuizing bewoond door J. Gorter. Toen de vier genoemde gebouwen brandende waren, was er nog pas zoveel tijd verloopen dat er eenig volk bijeen kon zijn. Hun werk was om met vereenigde krachte den brand, die zich nu tot deze gebouwen beperkt had, te zien meester te worden. En met krachtige medewerking van de spuit- en spuitgasten van Oosterwolde gelukte dit dan ook omstreeks zeven uur. Het gemeentehuis, hoewel tusschen de brandende percelen gelegen, is door de vereenigde krachten bijna ongedeerd gebleven. Toch was op order en met de hulp van den secretaris L. Oosterhof het gehele gemeente-archief gered. Verder zijn er nog een paar gebouwen, welke aanmerkelijke schade hebben geleden, doch hierbij is de brand gebleven.
In de woning van T. Hellinga zijn een koe, een varken met biggen; bij W. Landmeter 10 stuks hoornvee met de varkens een prooi der vlammen geworden. Huisgeraad is het eenige dat bij allen grootendeels is gered, dewijls de brand telkens in het achterhuis ontstond. Dat deze brand een groote ramp mag genoemd worden, valt niet te ontkennen; het geheele dorp is er door verslagen. Het voorstel om hier zelf in het bezit te geraken van een brandspuit, zal nu meerder bijval vinden dan vroeger, daar men nu de hooge noodzakelijkheid er van heeft ingezien. De oorzaak van de brand is onbekend, alles was geassureerd.
Zes gezinnen zijn van het dak beroofd.
De spuit van Donkerbroek met haar personeel kwam ook nog ter hulp aansnellen, ofschoon die niet heerft gewerkt door gebrek aan water en omdat men dus brand meester was geworden.
De waarnemende burgemeester de Groen was ook spoedig op de plaats des onheils aanwezig. Dank komt toe aan de bevolking van Makkinga, die met vereende krachten het gemeentehuis van een wissen ondergang heeft gered. Dan het spuitpersoneel van Oosterwolde, opper- en gewone brandmeesters, komt ook de eer toe, dat het bijna door bovenmenselike krachten heeft medegewerkt tot het geheel bedwingen van de brandende massa.
